Wat is sensorische informatieverwerking en hoe train je het?
Kan jouw kind maar niet stilzitten en loopt het steeds van tafel?
Of heeft je kind een hekel aan vieze handen? Wil het nooit knuffelen? Of kan het juist nergens vanaf blijven en zit het altijd te friemelen of aan andere kinderen, bijvoorbeeld in de kring op school? Of is uw kind angstig met klimmen en klauteren? Durft het niet los te fietsen, terwijl het daar al wel de leeftijd voor heeft? Dan is de kans groot dat er iets aan de hand is met de sensorische informatieverwerking.
Sensorische informatieverwerking; je hoort er steeds vaker over, maar wat is het eigenlijk precies en wat kan je ermee?
Sensorische informatieverwerking is het verband tussen wat we waarnemen en hoe ons lichaam daarop reageert. Door stoornissen in de verwerking van zintuigprikkels van kinderen, kunnen er problemen ontstaan. In deze blog lees je meer over dit gegeven en de behandeling door een kinderfysiotherapeut.
Sensorische integratie, ook wel sensomotorische informatieverwerking genoemd, is een heel belangrijk onderdeel van ons dagelijks functioneren. Onze zintuigen (horen, zien, ruiken, proeven, voelen) zijn bedoeld om waar te nemen, daardoor weten we wat we wel en niet moeten doen. Kinderen maken hier bijvoorbeeld gebruik van tijdens het spelen.
Wanneer er problemen zijn met de sensomotorische informatieverwerking, doen die zich vaak voor in het voelen. Dat kan gaan over het waarnemen of juist niet waarnemen van een aanraking of vorm, maar ook over het voelen van het lichaam in de ruimte: evenwicht. Je herkent problemen in de sensorische informatieverwerking aan dat bepaalde bewegingen fout of langzaam gaan, je snapt dat dit erg belemmerend kan zijn in het dagelijks functioneren.
Wat er mis kan gaan met sensomotorische informatieverwerking
Problemen met sensorische informatieverwerking bij kinderen herkennen is voor een leek niet zo eenvoudig. Wanneer een kind minder goed oplet bij activiteiten, extra druk is of juist stil en dromerig, dan kunnen dat signalen zijn. Het zintuig ‘voelen’ is bij kinderen met problemen in dit domein te sterk of te zwak ontwikkeld. Hierdoor ontstaat er een verkeerde connectie tussen het hoofd en het lichaam, lichaam en geest zijn dus niet één zoals het dat wel zou moeten zijn.
Om dit te leren herkennen splitsen we de verschillende vormen van problemen in het voelen uit:
Tactiele overgevoeligheid
Het tactiele systeem zit met name in de huid en stelt ons in staat te voelen of iemand ons aanraakt en of dat prettig is of niet. Ook kunnen we warm en koud voelen en of een ondergrond stevig is. Een kind met tactiele overgevoeligheid is heel gevoelig voor aanraking. Aanraking, knuffelen en op schoot zitten worden doorgaans als onprettig ervaren. Ook vinden kinderen bij wie dit speelt kleding snel kriebelen en houden ze er niet van om te spelen met zand, verf of klei.
Tactiele ondergevoeligheid
Het tastgevoel waarschuwt in dit geval te weinig en de gevoelsprikkels worden niet of nauwelijks opgemerkt. Het kind voelt onvoldoende dat iets of iemand ze aanraakt en is wat onhandig, doordat het zijn eigen bewegingen onvoldoende voelt. Als je kinderen ziet met veel blauwe plekken, dan is het dus altijd goed om je af te vragen of ze geen tactiele ondergevoeligheid hebben.
Deze kinderen spelen juist wel graag met ‘vieze’ materialen als klei, water, verf, zand, e.d. Ook zoeken ze de gevoelsprikkels op door zelf veel aan te raken. Tactiel ondergevoelige kinderen zitten het liefst overal aan. In de kring op school kan dit problemen geven, doordat ze steeds aan andere kinderen zitten.
Vestibulaire overactiviteit
Vestibulaire informatie is de informatie die we via het evenwichtsorgaan waarnemen. Dit informeert ons over de stand en bewegingen van het hoofd. Als we dreigen te vallen, nemen we dit waar via het evenwichtsorgaan en reageren we erop door het hoofd op te richten en te proberen ons evenwicht te bewaren.
Wanneer dit systeem te actief is, is een kind heel gevoelig voor beweging. Stoeien is bijvoorbeeld een drama. Kinderen met een overactief evenwichtsgevoel kunnen angstig overkomen en bewegen niet zo graag. Kinderen met vestibulaire overactiviteit zijn doorgaans geen helden tijdens de gymles.
Vestibulaire onderactiviteit
Het evenwichtsorgaan geeft te weinig informatie door, waardoor een kind de bewegingen nauwelijks opmerkt. Deze kinderen zoeken juist bewegingsprikkels op, ze zitten eigenlijk nooit stil. Schommelen, trampoline springen, stoeien en andere wilde spelletjes zijn favoriet. Omdat kinderen met een onderactief vestibulair systeem weinig besef van horizon hebben, is de oprichting ook verminderd. Ze hangen vaak onderuitgezakt in hun stoel.
Zie je een kind dat een extreme dare devil is? Dan is de kans aanwezig dat het evenwichtsgevoel onvoldoende actief is.
Proprioceptieve informatie: het voelen van houding en beweging
Proprioceptieve informatie is de informatie die binnenkomt via de zintuigcellen in spieren, pezen en gewrichten; het houdings- en bewegingsgevoel dus. Door dit systeem voelen we hoe onze houding is en hoe ons lichaam beweegt. Als we een arm buigen bijvoorbeeld, weten we via deze zintuigcellen dat de arm gebogen is zonder dat we ernaar hoeven kijken.
Dit systeem zorgt ervoor dat ons lichaam stabiel blijft, zodat we goed op kunnen letten en ons kunnen concentreren op de omgeving. Dit functioneert alleen maar volwaardig als de tactiele en vestibulaire informatie op een juiste manier verwerkt wordt.
Wanneer de verwerking via het tactiele of vestibulaire systeem afwijkend is, dan vermindert de werking van het proprioceptieve systeem. Het gevolg hiervan is, dat problemen ontstaan met lichaamsbesef; beweging wordt niet goed gevoeld en datzelfde geldt voor houding. Ook heeft dit een negatief gevolg voor de aandacht en concentratie waardoor deze kinderen sneller uit hun doen zijn.
Behandeling van problemen met sensorische informatieverwerking
Herken je jouw kind in één van de bovenstaande omschrijvingen? Neem dan contact met ons op. We kunnen kijken wat eraan schort en een behandelplan opstellen.
Een behandeling kan bij veel kinderen met problemen in de sensorische informatieverwerking erg succesvol zijn. Door het kind op een bepaalde manier aan te raken en laten bewegen, gaat het lichaam leren wat goed is en wat niet. De gegeven prikkels zullen tot verandering leiden die uiteindelijk inslijt en dus blijvend is.
In de praktijk hebben we speciaal materiaal dat we daarvoor kunnen gebruiken
Behalve behandeling door een kinderfysiotherapeut, kan je ook zelf een aantal dingen veranderen in de omgang met je kind. Wat precies, dat is natuurlijk afhankelijk van het onderliggende probleem. Wij kunnen je hierover gerichte adviezen geven.
Wat doet een kinderfysio aan sensorische integratie problemen?
Na aanmelding zal worden getest en geobserveerd. Vaak ligt hier ook een rol voor de ouders, in de vorm van een in te vullen lijst. Op deze manier wordt een zo compleet mogelijk beeld verkregen van de problematiek. Als het zinvol is kunnen ook de school of andere hulpverleners bij de behandeling worden betrokken.
Als eenmaal duidelijk is in welk domein het probleem ligt, dan is het tijd voor de behandeling. Tijdens de therapie wordt veel gebruik gemaakt van spelmateriaal dat de verwerking van zintuiglijke informatie stimuleert of juist afremt.
Zoals eerder gezegd, worden ook ouders geïnformeerd over handelingen voor thuis, door de handelingen zo breed mogelijk te trekken, is de opbrengst van de therapie het grootst. De therapie wordt doorgaans op een speelse manier aangeboden. Leidend in wat aangeboden wordt is de behoefte van het kind, van succeservaringen groei je nu eenmaal.
Heb je vragen over de sensorische informatieverwerking van jouw kind? Bel, app of mail ons dan.